In Nederland zijn tussen de 674 en 1914 slachtoffers van een gedwongen huwelijk. Het gaat dan om huwelijken waarbij niet vrijwillig voor een partner gekozen is, maar is opgedrongen door familie, of waarbij het om uithuwelijking gaat. De Nederlandse overheid wil zogenaamde ‘huwelijksdwang’ voorkomen en bestrijden. Dat gebeurt onder anderen met wet- en regelgeving.
Wet tegengaan huwelijksdwang
Op 5 december 2015 is de Wet tegengaan huwelijksdwang van kracht geworden. Die wet maakt het moeilijker om een gedwongen huwelijk te sluiten. Zo staat er in dat het verboden is om onder je 18e te trouwen. Wie voor deze leeftijd trouwt, is voor de Nederlandse wet niet getrouwd tot men 18 is.
Neven en nichten kunnen ook niet zomaar trouwen. Zij moeten onder ede verklaren dat zij uit compleet vrije wil met elkaar trouwen. We spreken van een ‘neef-nichthuwelijk’ als het gaat om een huwelijk tussen een volle neef en een nicht of tussen een oom of tante en een neef of nicht. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen geslacht: twee neven die met elkaar willen trouwen of een oom met een neef, verandert de zaak niet. Ook niet als het om twee vrouwen gaat.
In Nederland is een polygaam huwelijk verboden. Bij een polygaam huwelijk zijn er meerdere huwelijkspartners. Als het huwelijk is gesloten door een persoon die in Nederland woont, of de Nederlandse nationaliteit heeft, is het huwelijk in Nederland ongeldig.
Strafrecht
Een gedwongen huwelijk is strafbaar in Nederland. Daders ervan kunnen maximaal twee jaar gevangenisstraf krijgen. Dat geldt ook als een Nederlander in het buitenland iemand heeft gedwongen tot een huwelijk. De Nederlandse wet geldt, óók als huwelijksdwang in het buitenland niet strafbaar is. Dat geldt ook voor vreemdelingen met een vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. Wie verdacht wordt van huwelijksdwang, kan in voorlopige hechtenis genomen worden.
Zodra het slachtoffer 18 jaar is geworden, gaat de verjaringstermijn van zes jaar in. Een slachtoffer heeft vanaf zijn of haar achttiende dus zes jaar om na te denken over de gevolgen, of om aangifte te doen. Daarna is de zaak ‘verjaard’ en kan justitie er niets meer mee. Wie in tussentijd toch aangifte doet, kan er op rekenen dat het Openbaar Ministerie alles uit de kast haalt. Zo mag het OM bijvoorbeeld gegevens over het telefoonverkeer opvragen.
Dwang?
Soms vindt een gedwongen huwelijk niet onder zware druk plaats. Daardoor is het strafrecht niet altijd toepasbaar. Het aandringen of motiveren voor een huwelijk is niet strafbaar. Als de ouders bijvoorbeeld meehelpen een partner te zoeken, met instemming van beide partijen, dan is dat juridisch gezien geen probleem. Maar er is nog wel sprake van ongewenst gedrag.
In zo’n geval moeten alle partijen zich bewust worden van wat er gaande is en moet voorlichting gegeven worden. Daarnaast moet het slachtoffer ondersteuning en hulp aangeboden krijgen.
Huwelijksdwang voorkomen
De overheid heeft een plan van aanpak opgesteld om huwelijksdwang te voorkomen. Dat plan is vooral gericht op gemeenschappen waarin uithuwelijking voorkomt. Het moet normaal worden om eigen, zelfstandige keuzes te maken. De keuze voor een partner hoort daar ook bij. De overheid geeft dan voorlichting.
Beroepskrachten uit de gezondheidszorg, hulpverlening en scholen krijgen meer deskundigheid over het gedwongen huwelijk. Dat gebeurt via bijvoorbeeld e-learning en trainingen. Daarnaast zijn er een aantal campagnes (Campagne Trouwen tegen je wil, taboes bespreekbaar maken en een cursus huwelijksdwang voorkomen) die huwelijksdwang tegen moeten gaan.