Eergerelateerd geweld komt voor in verschillende vormen. Denk bijvoorbeeld aan bedreiging, mishandeling of zelfs een gedwongen zelfmoord. Eerwraak is de meest extreme vorm van eergeweld. Het gaat dan namelijk om een zaak met dodelijke afloop. De overheid wil dit soort geweld voorkomen. Hoe dat gebeurt, lees je op deze pagina.
Hulpverleners leren eergeweld te herkennen
De politie en jeugdhulpverleners herkennen eergerelateerd geweld niet altijd. In sommige gevallen herkennen ze het wel, maar weten ze niet hoe ze moeten handelen. Dat komt vaak doordat niet meteen duidelijk is dat het om eergerelateerd geweld gaat. De politie of de hulpverlener gaat dan eerst uit van huiselijk geweld of kindermishandeling.
De overheid reikt daarom hulpmiddelen aan om eergeweld te kunnen herkennen. Zo heeft de overheid bijvoorbeeld een uitgebreide signalenlijst opgesteld. Daarop staan de belangrijkste vormen van geweld. Daarnaast kan men gebruik maken van de hulpmiddelen op Huiselijkgeweld.nl.
De meldcode voor professionals
Om eergerelateerd geweld te voorkomen, heeft de overheid op 1 juli 2013 een meldcode voor professionals ingesteld. Dat houdt in dat een professional verplicht moet melden als hij of zij huiselijk geweld of kindermishandeling vermoedt. Alle vormen van eergerelateerd geweld vallen onder deze code.
Deze meldplicht geldt voor iedereen die met de sectoren gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie te maken heeft. De professionals volgen bij het melden van huiselijk geweld en kindermishandeling een stappenplan.
Uitgangspunten
De Stichting MOOI in Den Haag zet zich in voor de preventie van eergerelateerd geweld. De stichting heeft een aantal uitgangspunten opgesteld om het geweld te voorkomen.
Laagdrempeligheid
Het eerste punt is laagdrempeligheid. Sleutelfiguren uit de omgeving moeten samenwerken met stichtingen en gezinnen. Dit is vooral belangrijk als het gaat om gezinnen met een niet-westerse achtergrond. Deze sleutelfiguren kennen als geen ander de culturele codes van hun eigen gemeenschap. Er wordt dan niet gekeken vanuit het Nederlandse perspectief, maar een eigen perspectief. Er moet over gesproken worden.
Sleutelfiguren
De sleutelfiguren kwamen al even voorbij: zij moeten gesprekken aangaan met gezinnen. Daarbij is het zaak dat het probleem binnen kaders gehouden wordt. Met andere woorden: er moet sprake zijn van een vertrouwensband. De vuile was komt niet buiten te hangen. Eergerelateerd geweld is namelijk niet alleen een probleem voor de slachtoffers ervan, maar ook voor zij die zich er schuldig aan maken.
Veel gezinnen zijn bang dat hun problemen de buitenwereld bereikt. Daarom is het belangrijk dat de vetrouwensband goed is, zodat er geen sprake is van schaamte.
Bemiddeling
Sleutelfiguren en directe familie kunnen een rol spelen in de bemiddeling. Zij kunnen dreigende familieleden op andere gedachten proberen te brengen. De Stichting MOOI uit Den Haag meldt op deze manier al vaak eergerelateerd geweld te hebben kunnen voorkomen.
Voorlichting
Eergerelateerd geweld is nog vaak een taboe. Daarom wordt er geprobeerd om voorlichtingen te geven en huiskamergesprekken te voeren. Er wordt daarbij samengewerkt met de lokale gemeenschap.
Een mentaliteitsverandering is benodigd omdat eergeweld diep in bepaalde culturen is geworteld. Een verandering van mentaliteit vraagt daarom veel tijd.
Bij vermoedens
Het is belangrijk dat vermoedens van eergeweld niet stilgehouden worden. Wie vermoedt dat het in kringen rond zich heen plaatsvindt, doet er goed aan om dit te melden bij de politie, taakaccenthouder of bij de stichting Veilig Thuis. Zij kunnen ingrijpen en een consultatie bieden.
Het melden van dit soort zaken geschiedt altijd anoniem. De aangever hoeft dus niet bang te zijn dat hij of zij in de zaak verzeild raakt. Materiedeskundigen en antropologen buigen zich over de zaak. Zij hebben veel kennis over de herkomst van de cliƫnten en zij bieden ervaring met betrekking tot bemiddelingsgesprekken.